Beste Vlamingen, Beste Dilbekenaren,
Op 11 juli 1302 stonden Vlaamse burgers zij aan zij op het slagveld van de Gulden Sporenslag. Geen leger van beroepssoldaten, maar mensen die hun vrijheid, hun eigenheid en hun stem wilden verdedigen. Niet omdat ze oorlog wilden, maar omdat ze vrede wilden onder eigen voorwaarden.
Vandaag staan wij voor andere uitdagingen. Geen strijd met zwaarden, maar wel een strijd voor welvaart, voor vrijheid, voor kansen voor iedereen. Een strijd die gestreden moet worden met een goed oog op de financiën, zodat we de komende generaties niet opzadelen met een schuldenberg.
Als liberale beweging staan we voor een Vlaanderen waarin mensen vrij zijn om hun leven in eigen handen te nemen. Waar ondernemers de ruimte krijgen om te groeien, waar onderwijs jongeren de kansen biedt om hun talenten waar te maken, en waar de overheid niet alles overneemt, maar ondersteunt waar het nodig is.
Vrijheid is niet vrijblijvend. Ze gaat hand in hand met verantwoordelijkheid.
We mogen trots zijn op wat we bereikt hebben –op onze taal, onze cultuur, onze economische kracht. Maar trots mag nooit stilstand betekenen. Vlaanderen moet vooruit. Met open blik op Vlaanderen, Brussel, Wallonië, België en bij uitbreiding de wereld. Met respect voor wie we zijn, maar vooral met geloof in wat we kunnen worden.
Leve Vlaanderen. Leve de vrijheid. En leve de moed om er samen iets van te maken.

